Logo
  • Home
  • Personeelsacties Corporate Benefits
  • Wedstrijden
  • Dichtbij TV
  • Nieuws
  • Werken bij ons?
    • Broeders van Liefde
    • medewerkersverhalen
    • Onze vrienden
  • Nomineer een collega
  • Achter de schermen
  • Contact
Copyright, 2020
20 oktober 2021
veerlefrissen
Andere projecten, Buitengewoon onderwijs, Gewoon onderwijs, Top artikel
0

Aan het woord: Ben Weyts

PreviousNext
Ben Weyts - © Emy Elleboog

Ben Weyts

‘Hét onderwijs’ bestaat niet

Bijna 2 jaar is Ben Weyts ondertussen minister van Onderwijs en hij schuwde de heikele thema’s niet. Vaste benoemingen, eindtermen, centrale examens, inschrijvingsdecreet of een nieuwe cao: taboeloos zet hij er zijn tanden in. Hoog tijd dus om hem eens aan de tand te voelen bij het begin van dit postcorona schooljaar. “Als samenleving hebben we het welbevinden bij leerlingen en leerkrachten vaak verwaarloosd, maar de coronacrisis heeft ons in ieder geval geleerd dat daar een serieus probleem is.”

Redactie: Mattias Devriendt, Fotografie: Emy Elleboog, kabinet Onderwijs

Centrum Brussel. Geen woordvoerder, geen papier, jasje uit. Een interview met Ben Weyts is minder geregisseerd dan bij zijn collega’s en dat is niet onlogisch. Als ex-woordvoerder weet hij maar al te goed hoe hij een boodschap bondig en direct, maar toch met de nodige diplomatie moet brengen. Ook als het een gevoelig onderwerp zoals het onderwijs betreft. We willen hem niet vragen een score te geven van 1 tot 10, maar wat vindt hij nu eigenlijk na bijna 2 jaar van dat hele onderwijssysteem? “Het is bij uitstek één groot historisch compromis. Als minister van Onderwijs voel ik me vaak de voorzitter van een diplomatieke conferentie. Ik ben veel meer dan andere ministers aangewezen op dialoog en overleg en ik respecteer dat uiteraard. Toch hebben we fundamentele doorbraken kunnen realiseren om het onderwijssysteem bij te sturen, denk maar aan de aanpak van corona, de dossiers rond vaste benoemingen, de nieuwe cao, het inschrijvingsdecreet, de vervanging van het M-decreet, de nieuwe eindtermen. Dat alles hebben we samen gedaan na veelvuldig, diepgaand en heel breed overleg.”

Op welk van die dossiers bent u het meest trots?

“Misschien wel op dat van de vaste benoemingen. ‘Handen af of we leggen de boel plat’, zei de ene,  ‘afschaffen die handel’, zei de andere. Dat was echt een patstelling. Ik heb geprobeerd om die 2 uitersten dichter bij elkaar te brengen door na te denken hoe de vaste benoeming een middel kan worden om jonge krachten sneller aan ons te binden en om zij die het ter kwader trouw als schild gebruiken en de reputatie van 99% van hun bonafide collega’s verknallen, sneller de deur te wijzen.”

Minimumdoelen

Heet hangijzer afgelopen jaar waren de nieuwe eindtermen. Waarom is het resultaat voor u geslaagd?

“Omdat ze het werk zijn van het onderwijsveld zelf. Ik zat zelfs niet aan tafel!”

Hoe komt het dan dat het Katholiek Onderwijs Vlaanderen naar het gerecht stapt?

“Dat moet u aan hen vragen. Kijk, twee jaar lang hebben de onderwijskoepels, leerkrachten en experten samengewerkt in verschillende ontwikkelcommissies om minimumdoelen vast te leggen. Mínimumdoelen! Die mag de maatschappij die zoveel geld investeert in ons onderwijs toch wel vastleggen? Hoe een school die minimumdoelen dan realiseert, wat ze daarbovenop nog doen, via welke methodes, principes, handboeken, pedagogische inzichten of systemen: dat beslissen ze zelf. Dat is precies vrijheid van onderwijs en laat mij duidelijk zijn: ik hoop dat elke leerkracht zijn leerlingen ver boven die lat kan stuwen.”

“We zullen geen 10 jaar wachten om de eindtermen bij te schaven of aan te passen”

De eindtermen zijn heel gedetailleerd. Meer dan 300 pagina’s. Is er nog tijd om eigen accenten te leggen voor leerkrachten of voor een school? 

“Natuurlijk. Het onderwijsveld heeft de eindtermen geschreven. Ik heb er alle vertrouwen in dat ze realistisch opgesteld zijn. Zal er ergens eentje tussen zitten die te gedetailleerd is? Ja, natuurlijk. Waar ik vanaf wil, zijn eindtermen die voor de komende 50 jaar in marmer gebeiteld staan. Voor mij zijn ze een dynamisch gegeven met kleine aanpassingen en cours de route. We zullen geen 10 jaar wachten om ze bij te schaven of aan te passen. Als we zien dat er weeffouten in zitten of dat de toepassing in de praktijk aanpassingen vraagt, dan moeten we dat doen. Daarvoor is er een praktijkcommissie opgericht, nota bene voorgezeten door iemand uit het Katholiek Onderwijs. Ik voorzie trouwens een gedoogperiode van 2 jaar waarin geen enkele school gesanctioneerd zal worden. Iedereen moet de tijd krijgen om de nieuwe eindtermen geleidelijk te implementeren. Dit is geen revolutie, hé.”

Kunst en creativiteit zijn van groot belang voor elk van ons om in het dagelijkse leven evenwicht te behouden en moeilijke ervaringen te verwerken, aldus kinderpsychiater Peter Adriaenssens. Niet alles kan met intellect en met ratio worden gevat. In de nieuwe eindtermen moeten kunst en artistieke vorming echter wat plaats maken voor financiële geletterdheid en burgerschap. Daar is erg veel kritiek op …

“Dat is onzin. Echt waar. Er is een hele discussie geweest waarin kritiek kwam uit BSO en TSO op het feit dat er te veel aandacht was voor algemene vorming en te weinig voor specifieke vorming. Nogmaals, de eindtermen bepalen wat kinderen en jongeren moeten kennen en kunnen, niet het aantal uren die een school moet uittrekken voor een vak. Het zijn de scholen zelf die de afweging maken hoe ze de uren per vak indelen: meer aandacht voor vak X wil zeggen minder aandacht voor vak Y. We kunnen het aantal uren niet optrekken. Het allerbelangrijkste in deze hele discussie is wat mij betreft dat er veel meer aandacht is voor de basisvakken: Nederlands en wiskunde. Dat zijn de vakken die zowel in het basis- als in het secundair onderwijs andere vakken mogelijk maken.”

Software

Als we even uitzoomen, wat is dan volgens u het doel van het onderwijs?

“Voor mij is het doel tweeledig. Enerzijds maximaal kennis aanbieden en talenten aanboren en anderzijds kinderen en jongeren ontwikkelen tot sociale wezens die zich goed voelen in interactie met anderen en in hun eigen vel. Het is geen keuze tussen kennisverwerving en welbevinden, het is de dynamiek tussen beiden.”

Doorheen de geschiedenis is er een continue slingerbeweging tussen die beide. Waar bevindt het onderwijs zich momenteel?

“Dat weet ik niet. ‘Hét onderwijs’ bestaat niet hé! (lacht) Ik zie het trouwens niet als een tegenstelling, maar als twee dingen die elkaar constant nodig hebben en versterken.”

Wie zich in ieder geval niet echt lekker in zijn vel voelt, zijn de leerlingen van het buitengewoon onderwijs die 4 uur onderweg zijn met de schoolbus, enkele rit. Wat vond u van die VRT-reportage?

“Pijnlijk natuurlijk. Dat zijn extreme voorbeelden, maar ze leggen wel iets bloot. Het probleem zit hem in de planning. Alles gebeurt nog met pen en papier in plaats van via softwareprogramma’s. De gemiddelde reisduur wordt sterk vertekend door de lange reistijd van enkelen die erg ver wonen. We moeten die hele planning dus dringend digitaliseren op grond van mobiele data zodat we met 1 muisklik de problemen er kunnen uithalen.”

Akkoord, maar is dat hele deur-aan-deur schoolbusvervoer niet stilaan achterhaald als oplossing voor de problematiek? In onze school in Roeselare loopt al 5 jaar een pilootproject om zelfredzame oplossingen op maat te zoeken voor elk kind uit de regio. Via mobicoaches, openbaar vervoer, fietsen, minibussen en gezamenlijke opstapplaatsen zijn ze erin geslaagd om voor bijna elk kind een oplossing te vinden. Er wordt haast niemand meer op de traditionele manier opgehaald …

“Die pilootprojecten lopen inderdaad heel goed, nog tot het einde van dit schooljaar, en recent hebben we het project in Antwerpen ook verlengd, maar ik wil daarnaast vooral inzetten op modernisering en professionalisering. Vergeet ook niet dat er een sterke toename is van kinderen in het buitengewoon onderwijs waardoor er ook meer kinderen op de bus belanden.”

“Er is een poort tussen gewoon en buitengewoon onderwijs en het probleem is dat de klink maar aan één kant staat. Er moet eentje aan beide kanten hangen”

En die toename zorgt voor nog meer uitdagingen. Moeten scholen buitengewoon en gewoon onderwijs niet nauwer samenwerken? Schotten wegnemen?

“Inderdaad. Er is een poort tussen gewoon en buitengewoon onderwijs en het probleem is dat de klink maar aan één kant staat. Er moet eentje aan beide kanten hangen. Nu lijkt het alsof kinderen worden ‘veroordeeld’ tot buitengewoon onderwijs terwijl de weg terug perfect mogelijk moet zijn. Waarom zou een kind uit het buitengewoon onderwijs niet een deel van zijn of haar vakken kunnen volgen in een school voor gewoon onderwijs?”

Omdat er ook een financieel plaatje aan hangt …

“Ja dat klopt. De financiële middelen voor ondersteuning mogen niet verstoord raken, maar ik wil wel benadrukken dat dergelijke individuele curricula op dit moment al mogelijk zijn. Er staan trouwens nog andere zaken in de steigers om de deur in omgekeerde richting te openen. Een van de grote problemen is bijvoorbeeld dat we de kennis en expertise van het buitengewoon onderwijs al te vaak terzijde hebben geschoven. Honderden instellingen zijn nu bezig met het organiseren van ondersteuning in het kader van het M-decreet. Wij willen die groeperen in een 36-tal leersteuncentra met in elk daarvan experten uit buitengewoon onderwijs, want daar zit natuurlijk heel veel kennis over alle mogelijke types.”

Schoolmoe

Ook binnen het gewoon onderwijs wordt een overstap van ASO naar TSO of BSO vaak als een veroordeling aangevoeld, terwijl er op de arbeidsmarkt vaak meer kansen liggen voor wie uit TSO of BSO komt. Hoe gaat u dat keren?

“ASO, dat is de uitzondering hé. Het grootste deel van de leerlingen zit nog steeds in TSO of BSO.”

Akkoord maar het aandeel daalt. In Knack stond laatst bijvoorbeeld dat het aantal leerlingen in de 59 studierichtingen mechanica en elektriciteit in 20 jaar tijd teruggevallen is van 40.000 naar 28.000. Dat is niet goed hé…

“Ik kan ervan meespreken. Mijn vader gaf elektriciteit in Don Bosco in Halle en dat was inderdaad aan iets grotere groepen. We zien dat de populariteit van STEM-opleidingen in het ASO groeit, maar het klopt dat er in TSO en BSO nog altijd een probleem is niettegenstaande er een enorme krapte heerst op de arbeidsmarkt. Kijk, het begint sowieso in de lagere school. Daar moeten we leerlingen laten proeven van STEM-opleidingen, talenten prikkelen en hen laten voelen hoe leuk techniek is. We verliezen veel jongeren omdat ze ofwel te laat kiezen waardoor ze al bijna schoolmoe zijn door eerdere ervaringen ofwel helemaal niet kiezen en inderdaad ferm tegen hun goesting het hele ASO-traject afleggen en finaal heel weinig in handen hebben om de arbeidsmarkt op te gaan na het secundair onderwijs.”

Biologie

Wat is voor u een goeie leerkracht?

“Iemand die maximaal de talenten van kinderen en jongeren aanboort en er dus in slaagt om bij hen een zo groot mogelijke leerwinst te boeken.”

Herinner je je zelf een leerkracht naar wie je opkeek?

“Oh, verschillende hoor. Ik had bijvoorbeeld geen speciale interesse in biologie, maar toch was er één biologieleerkracht die het op zo’n manier wist te brengen, heel laagdrempelig, vulgariserend en proefondervindelijk, dat ik dat jaar heel geboeid luisterde.”

De Morgen berichtte dat 7 op 10 leerkrachten de druk te hoog vindt en dat 1 op 3 een burn-out riskeert. Hoe komt het toch dat al die gepassioneerde mensen ziek lijken te worden?

“Als samenleving hebben we het welbevinden bij leerkrachten te vaak op de achtergrond geschoven, de coronacrisis heeft ons echter geleerd dat daar toch een serieus probleem schuilt. Ik neem die cijfers dus zeer ernstig. Weet je, 40% van de startende leerkrachten valt uit, dat is verschrikkelijk veel. In de nieuwe cao hebben we specifiek ingezet op het aantrekkelijker maken van het lerarenberoep, niet door een simpele loonsverhoging door te voeren, maar door ten eerste een budget van €52 miljoen te geven aan scholen zodat zij leerkrachten kunnen ontlasten van allerlei administratie, toezicht en andere taken die evengoed door derden kunnen opgenomen worden. Zo kunnen leerkrachten zich focussen op hun kerntaak: lesgeven. Ten tweede kwamen we overeen om instromers beter te coachen en te begeleiden. Een derde vorm van waardering is de fietsvergoeding, de internetvetvergoeding en de €500 per leerkracht om hen digitaal te equiperen, maar ook op te leiden om digitaal te werken. De Digisprong moeten we niet alleen maken voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten. Het zijn kleine stapjes, dat besef ik, maar als we niet beginnen te wandelen, geraken we nergens.”

“Het maakt vandaag niet uit of je de ijkingsproef voor de lerarenopleiding serieus invult of er een Mickey Mouse op tekent. Waarom organiseren we die dan?”

Mickey Mouse

De kwaliteit van het onderwijs daalt, maar de investeringen stijgen. Hoe komt dat eigenlijk?

“Na 16 opeenvolgende slechte PISA-resultaten is iedereen zich ondertussen wel bewust van het probleem en van de urgentie. We moeten dus iets doen! Ik wil de lat hoger leggen en meer ambitie tonen. Ik wil onszelf daarnaast een spiegel voorhouden via Vlaanderenbrede proeven. Weet je dat we het enige land in die hele OESO zijn die geen centrale examens organiseert om de kwaliteit te meten? Ten derde wil ik evalueren wat wel en wat niet marcheert. Ik hoef hier het proces over alle mogelijke pedagogische inzichten niet te maken, maar bepaalde recepten uit het verleden hebben blijkbaar toch niet gewerkt. Een commissie zal daarover binnenkort met de resultaten komen. Ten slotte wil ik af van die vrijblijvende ijkingsproef voor de lerarenopleiding. Het maakt vandaag niet uit of je de proef serieus invult of er een Mickey Mouse op tekent. Waarom organiseren we die dan? Ik wil dat mensen beseffen dat een lerarenopleiding verdorie op niveau is. Als het aan mij ligt, mogen daar wel gevolgen aan verbonden worden.”

Er is al een lerarentekort. Vreest u niet dat er op die manier nog minder studenten een diploma leerkracht zullen behalen?

“Neen. Alle opleidingen waar we toelatingsproeven aan koppelen, worden populairder. Ik noem dat ‘trek in de schouw creëren’.”

Pedagogische begeleiders hebben echt meerwaarde geleverd in moeilijke tijden. Toch moet er bespaard worden in de pedagogische begeleiding terwijl er langs de andere kant aanbestedingen worden uitgeschreven waar commerciëlere partners op intekenen om scholen te ondersteunen. Wat is het plan met de begeleidingsdiensten?

“Ik kijk er zo nuchter mogelijk naar. Op grond van de audits die gevoerd zijn, stel ik heel wat tekortkomingen vast, onder andere inzake efficiëntie. Ik scheer ze niet allemaal over dezelfde kam, zeker niet, maar het is wel een vaststelling. Het is niet de bedoeling dat ze een vangnet zijn voor leerkrachten met wie het misloopt. Weet je, ik vind het intriest dat er scholen zijn in Vlaanderen die geen beroep wíllen doen op de pedagogische begeleidingsdienst van hun eigen koepel. Dat is een gemiste kans, echt waar. We moeten de efficiëntieoefening doen, het kerntakendebat voeren en een resultaatsverbintenis vastleggen voor de begeleidingsdiensten.”

Gedetailleerdere eindtermen, centrale examens, resultaatsverbintenissen: het meten van de outcome is een duidelijke rode draad in uw beleid …

“Ik stel heel eenvoudig vast dat de input niet in verhouding staat tot de output. En dus grijp ik in. Er leeft een hoge verwachting in onze samenleving ten aanzien van ons onderwijs. Als we ervoor zorgen dat de kwaliteit toeneemt, dan zullen de appreciatie en waardering ook maatschappelijk toenemen. En dat verdient elke leerkracht.”

Wie is Ben Weyts?

Ben Weyts - © Emmy Elleboog

 

 

 

 

  • Ben Weyts (°1970) is Vlaams viceminister-president bevoegd voor Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.
  • Hij is gehuwd en vader van 2 kinderen.
  • Om echt te ontspannen, gaat hij lopen in het bos of wandelen met de hond.
  • Als kind wilde hij voetballer worden, het is uiteindelijk voetbalsupporter en sportminister geworden.

 

Ben Weyts - © Emy Elleboog
Ben Weyts
Ben Weyts
Ben Weyts - © Emy Elleboog

 

 

 

 

 

Share this

Auteur veerlefrissen

0 Reacties General

Reageer hier Reactie annuleren

 
Dichtbij is het medewerkersmagazine van de Broeders van Liefde.

Categorieën

  • Dossier
  • Gewoon onderwijs
  • Welzijn
  • Buitengewoon onderwijs
  • Sociale economie
  • Kinderdagverblijven
  • Ouderenzorg
  • Geestelijke gezondheidszorg
  • Nieuw
  • Andere projecten
Privacy verklaring