Logo
  • Home
  • Personeelsacties Corporate Benefits
  • Wedstrijden
  • Dichtbij TV
  • Nieuws
  • Werken bij ons?
    • Broeders van Liefde
    • medewerkersverhalen
    • Onze vrienden
  • Nomineer een collega
  • Achter de schermen
  • Contact
Copyright, 2020
9 maart 2021
veerlefrissen
Andere projecten, Ouderenzorg, Welzijn
0

Aan het woord: Leen Desmyter en haar man Wouter Beke

PreviousNext
Leen Desmyter & Wouter Beke - © Károly Effenberger

Dubbelinterview met Leen Desmyter en haar man Wouter  Beke

“Mijn job helpt me om  niet te focussen op al het negatieve nieuws over Wouter”

Redactie: Luna Rouges en Mattias Devriendt
Fotografie: Károly Effenberger

Leen en Wouter. Zij al 14 jaar aan de slag binnen Broeders van Liefde als managementondersteuning in maatwerkbedrijf De Winning. Hij sinds een jaar minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. En toch gewoon ook mama en papa van 3 kinderen. Hoe voelt het om samen te zijn met een minister? Wat doet een toppoliticus na zijn uren? En is er na 1 jaar corona al tijd geweest om de langetermijnvisie uit te zetten?  “Ik heb mijn gezin nooit weggestopt, maar heb ze ook nooit actief gebruikt om mijn imago op te poetsen.”

“Ik wist dat jullie me ooit eens zouden bellen” lacht Leen als we voorzichtig polsen of ze een dubbelinterview met haar man zou zien zitten. Ze beloof het te bespreken ‘als ik hem nog eens zie’, geeft ons een week later groen licht en wacht ons nog enkele weken later op in Leopoldsburg. “Ik heb deze nacht niet geslapen” lacht ze een beetje nerveus en gebaart ons binnen te komen. In de keuken een vijf maanden oude puppy die ons goeiemorgen toeblaft. Van minister Beke geen spoor. “Wouter is nog niet klaar. Ik ga zo even kijken. Sstt” sist ze en aait de kop van de hond. “Ze moet stil zijn hé, anders verstoort ze de zoommeetings van mijn man en de smartschoolsessies van de kinderen.”

Het is hier zoals in zoveel gezinnen tijdens deze coronacrisis: kinderen en ouders op een kluitje aan de slag in een huis dat dat niet gewend is. “Tijdens deze afkoelingsweek is het extra druk, maar normaalgezien zijn Mine en Warre week om week op internaat in Turnhout. Nette gaat nog naar de basisschool”, legt ze uit. “De puppy blaft en springt onophoudelijk tegen een geïmproviseerde afsluiting te midden de keuken. “Sorry hoor” excuseert ze zich “ze is geen mensen gewoon en de hondenschool is gesloten wegens corona. Kom, ga maar buiten spelen.” Leen lijkt al wat meer op haar gemak en bedankt ons voor de artisanale pralines die we op aanraden van haar collega Cindy – Leen houdt van chocolade! – hadden meegenomen. Ineens verschijnt minister Beke, we verhuizen naar zijn kantoor naast de woonkamer en krijgen er zelf ook pralines aangeboden. Aan chocolade geen gebrek hier. “Meer thuis betekent zeker niet meer aanwezig” steekt hij van wal. “Ja, het afgelopen jaar was ik meer thuis, maar ook meer aan het werk. Vroeger ging ik 7 dagen op 7 het terrein op, want ik vind dat belangrijk. Tegenwoordig is een vergadering inplannen om 22u een vanzelfsprekendheid. De dag eindigt vaak pas rond 22u30.”

Leen: “Het gevoel dat Wouter thuis is, is fijn, maar hij is altijd aan het werk dus doe ik ook gewoon mijn ding”

Dichtbij: Ben je blij dat Wouter wat vaker van thuis uit werkt?

Leen: “Voor mij maakt dat niet veel verschil. Het gebeurt geregeld dat hij thuiskomt tijdens een online vergadering en ik hem pas na twee uur zie. Hij stuurt dan een berichtje met de vraag of ik thee wil brengen. Het gevoel dat Wouter thuis is, is fijn, maar hij is altijd aan het werk dus doe ik ook gewoon mijn ding.”

Whatsapp

Dichtbij: Het was wel een heftig jaar. Je werd bedolven onder de kritiek. Ooit gedacht om de handdoek te gooien?

Wouter: “Het was … heftig. Plots zat de hele wereld midden in een pandemie. Waren we daarop voorbereid? Neen. Ik was ook nog maar pas minister van Welzijn. Die commentaren waren niet leuk, maar ik heb mij er minder van aangetrokken dan Leen. In de eerste weken van de pandemie was ik zodanig gefocust op de problemen op het terrein en de zoektocht naar oplossingen dat een deel van de kritieken en commentaren gewoon aan mij voorbij gingen.”

Dichtbij: Maar jij lag er wel wakker van, Leen. Dat gevoel van machteloosheid aan de zijlijn moet lastig zijn. Je plaatste in april 2020 een Facebookpost omdat je  het welletjes vond met alle kritiek op je man…

Leen: “Klopt en dat doe ik eigenlijk nooit. De telefoon stond hier meteen roodgloeiend. Kijk, voor mij was het écht niet fijn. Ik probeer mij zoveel mogelijk af te sluiten van de media, maar onvermijdelijk vang ik dingen op via familie of op de radio. Ik was er constant mee bezig en Wouter vertelt mij heel weinig. Als ik iets opvang in de media dan vraag ik hem daarnaar. Meestal krijg ik dan het antwoord: ‘Daar wil ik het nu niet over hebben’ en daar stopt het. Hij sluit zich af om zelf tot rust te komen. Waar hé?”

Wouter: “Ja, ik probeer hen daar niet te veel mee lastig te vallen. Als ik pas klaar ben met werken om 22u30 is het fijner om in dat laatste halfuurtje over de kinderen te praten in plaats van nog eens heel mijn dag te vertellen. Maar het moet lastig zijn. We hebben een grote familie WhatsApp-groep. Een van de familieleden stoorde zich onlangs aan een artikel in een krant en stuurde daarover in die groep. Leen wist niet waarover het ging.”

Leen: “En dan begint het, hé. Omdat Wouter die informatie afschermt, vraag ik dan zelf dat artikel op en zo begin ik mijn eigen zoektochtje. Ik heb van die hele toestand nachten wakker gelegen, maar hij weet dat niet hoor. De kritiek woog ook op onze vakantie aan zee afgelopen zomer. Wouter moest constant werken en je kan je voorstellen dat de druk en het negativisme duidelijk voelbaar waren. Na een week heb ik mijn knop moeten omdraaien, want papa aan het werk en mama gefrustreerd: dat is ook niet echt gezellig voor de kinderen. Het hoort bij zijn job. We kunnen er weinig aan doen.”

Dichtbij: Afgezien van die facebookpost, blijf je wel uit de media. Is dat een bewuste keuze?

Wouter: “Het is niet zo dat ik mijn gezin wegsteek, integendeel. Als het in het parlement gaat over het welzijn van jongeren en wat dat betekent bij tieners kan ik daar in algemene termen over spreken, maar met 2 tieners in huis, heb ik ook persoonlijke ervaringen. Ik heb nooit mijn gezin weggestopt, maar heb ze ook nooit actief gebruikt om mijn imago op te poetsen of zo. Dus ja. Het was een bewuste keuze, vooral van Leen.”

Schoolbanken

Dichtbij: Leen, hoe was het bij jou op het werk afgelopen jaar? Hoe ervaar je onze organisatie Broeders van Liefde?  

Leen: “14 jaar geleden stapte ik over van de bankensector naar de sociale economie. Enerzijds was het dichter bij huis waardoor ik Warre meer zag en anderzijds ben ik geen economisch beest, maar eerder sociaal van aard. Ik werk heel graag in De Winning. Het is een inclusieve organisatie waar ik veel diversiteit zie. Heel veel verschillende nationaliteiten en achtergronden komen bij ons samen. Ook binnen de omkadering zitten mensen met verschillende problematieken. Iedereen heeft zijn eigen talenten en daar maken wij een geheel van. Dat is heel fijn. Ik denk hetzelfde te kunnen zeggen over Broeders van Liefde.”

Dichtbij: Hoe ken jij onze organisatie, Wouter?

Wouter: “Ik zat bij jullie op de schoolbanken. Vlakbij mijn ouderlijk huis, ligt namelijk het Sint-Michielsinstituut, één van jullie scholen. Mijn ouders vonden het logisch dat ik bij de broeders school liep. Sindsdien kruisen jullie mijn pad steeds weer. (denkt) Als er één zin is die in mij opkomt om de organisatie te omschrijven, is het ‘zorg in verbondenheid’. Zorg dragen, maar altijd in verbondenheid met elkaar.”

Dichtbij: Leens collega’s maken zich zorgen. Partijgenoot Hilde Crevits plant een grondige hervorming van de arbeidszorg, gefinancierd vanuit het departement Werk. Daardoor dreigen veel kwetsbare mensen uit de boot te vallen, voor wie de financiering vanuit Werk zal verdwijnen. Er wordt naar jou gekeken als minister van Welzijn om de financiering voor arbeidszorg vanuit Welzijn te verhogen. Kan je onze lezers uit de sectoren sociale economie en welzijn gerust stellen op dit punt?

Wouter: “Ik zit daarvoor samen met Hilde Crevits en we werken een oplossing uit. Wees gerust, ik heb arbeidszorg zien ontkiemen en het belang ervan ingezien. Een belang dat te weinig aandacht krijgt. Met mijn collega heb ik een aantal trajecten afgesproken waarin we op maat zullen werken zodat die mensen onderaan de ladder niet noodgedwongen in een omgeving geduwd worden waar ze niet thuishoren. Er dreigt trouwens een enorme arbeidskrapte. We zullen iedereen nodig hebben, vooral in de zorgsector.  We zien dat er veel meer mensen uitstromen dan instromen en we investeren, maar er moeten ook handen gevonden worden.”

Dichtbij: Ben je gerustgesteld, Leen?

Leen: “Over arbeidszorg heb ik hem eens aan zijn mouw getrokken, maar meestal is hij er al mee bezig. Ik hou mij inhoudelijk niet met zijn werk bezig. Toen hij nog burgemeester was in Leopoldsburg, hoorde ik nieuws via mensen van de gemeente die het mij kwamen vertellen. Kijk, ik volg zelf zo weinig mogelijk wat er in de media gebeurt om geen vragen te krijgen of verkeerde dingen te zeggen als ik zelf vragen krijg.”

Thuiszorg

Dichtbij: Je voorganger maakte in 2010 een plan ‘perspectief 2020’ waarin hij 10 jaar vooruit blikte, een visie uitzette en van daaruit heel wat zaken veranderde. Corona drukt ons heel hard op het nu, maar heb jij al tijd gehad om de lange termijn te overzien en te dromen?

Wouter: “Absoluut. Corona houdt ons in een crisisgreep, maar we zijn tegelijk bezig met een aantal werven waar we deze zomer extra hard op hebben ingezet.”

Dichtbij: Welke werven bedoelt u?

Wouter: “Mentaal welzijn en het gehandicaptenbeleid, maar er is ook een toekomstvisie voor de ouderenzorg. En dan heb ik het niet over de woonzorgcentra alleen. Onze ouderen leven langer. In Vlaanderen is dat trouwens 3 jaar langer dan in Wallonië. We leven ook langer gezond, maar zijn naar het einde toe sterker hulpbehoevend. Dat heeft een aantal consequenties. In de woonzorgcentra moeten we meer personeel inzetten dan vroeger en moeten we kijken hoe we de connectie met thuiszorg kunnen maken. Dat betekent ook dat we niet alleen een zorgbeleid vóór ouderen, maar ook dóór ouderen moeten hanteren.”

Wouter: “Ik kijk naar een woonzorgcentrum als de plaats waar iemand woont”

Dichtbij: Zijn woonzorgcentra met lange gangen, kamers en verschillende verdiepingen nog van deze tijd? Is er niet dringend heel wat geld nodig voor nieuwe gebouwen?

Wouter: “Wat je beschrijft, bestaat alsmaar minder. Ik kijk naar een woonzorgcentrum als de plaats waar iemand woont. De refters zijn geen refters meer, maar een samenvoeging van verschillende hoeken die de bewoners een thuisgevoel moeten geven. Als je een kamer binnenkomt, kom je het huis van de betrokkene binnen. Het gaat dus niet alleen over nieuwbouw, maar ook over hoe je in een gebouw aan de slag bent. Verpleegkundigen staan vandaag in een andere relatie met degene die ze verzorgen. Het uitgangspunt is niet het leven verlengen, maar wel de kwaliteit van het leven verbeteren.”

Dichtbij: Wat is ‘thuiskomen’ eigenlijk voor jullie?

Wouter: “De meest gewone dingen. Een knuffel van de kinderen bijvoorbeeld. Voor Nette gaat slapen, komt ze mij altijd stevig omarmen.”

Leen: “Als hij om thee vraagt, zorg ik ervoor dat Nette die nog kan brengen voor ze onder de wol kruipt.”

Wouter: “Klopt. Thuiskomen is praten over het meest simpele, het meest eenvoudige. Over de hond, de kinderen, de ouders…”

Schilderen

Dichtbij: In het begin van je legislatuur vertelde je dat het boek “De kracht van kwetsbaarheid” je inspireerde. Dat is een verrassende keuze voor iemand met een harde stiel. Welke gedachte vind je interessant in het licht van het voorbije jaar?

Wouter: “Ik heb dat boek voor corona gelezen, maar vandaag is het actueler dan ooit. Vorig jaar voor de Rode Neuzen Dag sprak ik met een klas laatstejaarsstudenten over mentaal welzijn. Toen ik hen vroeg of ze er dikwijls over praatten, antwoordden zij: ‘Nee, nauwelijks’. Achteraf maakte ik me de bedenking dat we van leerlingen heel veel vragen, maar geen aandacht hebben voor de omstandigheden waarin ze aan die verwachtingen moeten voldoen. Op de werkvloer gebeurt dat ook dikwijls. Als we op de vraag ‘Hoe gaat het?’ niet het verwachte antwoord ‘Goed’ krijgen, voelen we ons vaak zeer ongemakkelijk. Wat mij het meest inspireert, is dat in de titel van het boek zowel kracht als kwetsbaarheid staan. Kwetsbaarheid is een kracht die ons sterker maakt, terwijl we die nu vooral zien als een zwakte.”

Dichtbij: Praat je zelf makkelijk over je zwaktes, gevoelens en kwetsbaarheden?

Leen: “Nee. Dat is moeilijk hé. Ik kan dat beter dan hij.”

Dichtbij: Misschien typisch voor een politicus. In de politiek wordt kwetsbaarheid toch als een zwakte gezien en verwacht men stoere taal…

Wouter: “Voor een stuk wel, maar ik merk dat dat aan het veranderen is. Eind vorig jaar gaf ik toevallig in een interview aan dat ik een chronische ziekte heb. Ik heb daar achteraf wel mee gezeten, want ik liet mijn kwetsbaarheid zien en vroeg mij af of daar geen misbruik van gemaakt zou worden. Toch was ik verbaasd over de positieve reacties die ik kreeg, ook uit politieke hoek.”

Dichtbij: Politicus is een kwetsbaar beroep. Iedere werkdag kan de laatste zijn. Is dat lastig om mee om te gaan, Leen?

Leen: “Ik denk dat als het ooit zo ver komt, we daar wel emotioneel mee bezig zullen zijn, maar ik weet ook dat hij daarna zijn weg wel weer zal vinden. Ik hoop wel dat hij dan een job kiest die ons gezin minder belast. Ik gok dat hij zich op zijn tweede hobby zal smijten.”

Wouter: “Schilderen? (wijst naar een portret van zijn dochter en beide lachen). Vroeger heb ik 8 jaar aan de universiteit gewerkt. Lezen, schrijven, analyseren, lesgeven… Ik deed dat heel graag en hoop het ooit opnieuw te doen. Mijn job nu is heel onzeker en dat weet ik, maar ik kan morgen ook een telefoon krijgen dat ze kanker gevonden hebben of dat iemand gestorven is. Dat zijn dingen die zoveel erger zijn dan die professionele onzekerheid.”

9 to 5

Dichtbij: Ook al hoeft dat financieel misschien niet en heb je een gezin en huishouden te runnen, toch kies je ervoor om zelf aan de slag te blijven. Waarom?

Leen: “De sociale contacten zijn voor mij doorslaggevend. Een job helpt me om niet te veel te focussen op al het negatieve nieuws. Maar momenteel is werken toch een pak minder sociaal dan buiten coronatijden. Neem nu de eerste dag van het jaar. Dan kom ik gewoonlijk als laatste toe op het werk en wens ik iedereen persoonlijk een gelukkig Nieuwjaar. Dit jaar moest dat via mail vanuit mijn bureau hier thuis. Dat was heel raar. Mijn bureau hier thuis… Dat is maar alleen hé.”

Leen: “Ik denk niet dat Wouter ooit een normale 9 to 5 job zal hebben. Zolang hij doet wat hij graag doet, is het goed voor mij”

Dichtbij: Mocht je man stoppen met politiek, zou je tevreden zijn?

Leen: “Ik denk niet dat Wouter ooit een normale 9 to 5 job zal hebben als hij uit de politiek stapt. Zolang hij doet wat hij graag doet, is het goed voor mij. Als hij moet stoppen, zal dat een moeilijk moment zijn, maar als hij zelf de keuze maakt, is dat iets anders.”

Wouter: “Over stoppen gesproken. We moeten afronden, sorry.”

Waarna we rechtstaan, snel foto’s nemen en Wouter Beke telefonerend op weg zien gaan naar zijn wagen waarin hij op weg naar een overleg een zoomoverleg heeft. En dat terwijl zijn dochter de hond uitlaat.

Wie zijn Leen Desmyter en Wouter Beke?

  • Mama en papa van Warre, Mine en Nette.
  • Wouter Beke zetelt voor CD&V in de Vlaamse Regering. Hij is er minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.
  • Leen werkt al 14 jaar als managementondersteuning in maatwerkbedrijf De Winning in Lummen.

 

Leen Desmyter & Wouter Beke - © Károly Effenberger
Leen Desmyter & Wouter Beke - © Károly Effenberger
Wouter Beke - © Károly Effenberger
Leen Desmyter - © Károly Effenberger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Share this

Auteur veerlefrissen

0 Reacties General

Reageer hier Reactie annuleren

 
Dichtbij is het medewerkersmagazine van de Broeders van Liefde.

Categorieën

  • Dossier
  • Gewoon onderwijs
  • Welzijn
  • Buitengewoon onderwijs
  • Sociale economie
  • Kinderdagverblijven
  • Ouderenzorg
  • Geestelijke gezondheidszorg
  • Nieuw
  • Andere projecten
Privacy verklaring