For profit or not for profit? That’s the question!

Laat ons ondernemen!
Met de voeten op de grond, het hoofd in de wolken en een hart voor mensen
Broeders van Liefde is een bedrijf. En jouw school, voorziening of maatwerkbedrijf ook. Wij zijn dus allemaal ondernemers. Meer zelfs: we zijn sociale ondernemers. Maar wat betekent dat eigenlijk? En wat heb je nodig om een goeie ondernemer te worden? En wat met tegenslagen, drempels en leidinggeven? Dichtbij ging langs bij 5 collega’s en stoomt je in 5 vragen en antwoorden klaar om het samen met je collega’s te maken als sociaal ondernemers!
redactie en fotografie: Mattias Devriendt
1. Sociaal ondernemerschap? Wablief?
Wat is dat eigenlijk, sociaal ondernemerschap?
Het draait om de focus
Nele Pessemier: “Sociaal ondernemerschap is een maatschappelijke meerwaarde creëren. Mensen moeten er beter van worden. Wie in een bedrijf voor tractoren werkt, helpt de maatschappij op een bepaalde manier ook vooruit en zo willen veel commerciële bedrijven zich trouwens profileren, maar hun prioriteit is nog altijd winst maken, economisch beter worden, aandeelhouders versterken. Pas op, er is niets mis met een beetje winst maken, het gaat om de focus. In OC Huize Terloo ligt de prioriteit duidelijk bij het welzijn van kinderen en de jongeren.”
Stel de mens centraal
Sara Rombouts: “Sta met je twee voeten in de economische realiteit, maar stel de mens centraal. Ik heb vaak gebotst op werkgevers die enkel naar cijfers kijken, nummers zien en mensen omruilen zonder hun verhaal te kennen. Daar had ik het best moeilijk mee, zeker toen ik zelf in een kwetsbare positie terecht kwam. Toch denk ik dat meer en meer reguliere bedrijven oog zullen moeten hebben voor de mens als ze willen blijven bestaan. Er is een mind shift nodig. Als maatschappij zullen we rekening moeten houden met die grote groep van ‘zwakkeren’ of ‘kwetsbaren’ en dat mag niet alleen op geloof en goeie wil gestoeld zijn, maar daar moet ook financieel iets tegenover staan.’
Jezelf overbodig proberen te maken
Jan Decoene: “Veel mensen in de sociale sector hameren logischerwijs nogal op het sociale, maar dat sociale gaat hand in hand met het economische. Er moet financiële ruimte zijn om ook sociale meerwaarde te kunnen creëren. Beide hangen nauw samen en we moeten dus voor de 2 aandacht hebben. Ons doel is eigenlijk om onszelf overbodig te maken. In het ideale scenario is er geen ontwikkelingssamenwerking meer nodig. Een profit bedrijf heeft er alle baat bij om desnoods tien variaties van dezelfde kookpan te verkopen aan dezelfde klant, terwijl net typisch is voor een sociaal ondernemer om in onderling overleg mensen, klanten, los te laten. En dat is vaak ook een emotioneel moeilijke keuze. Maar het hoort erbij. We moeten hen niet afhankelijk van ons maken, maar net onafhankelijk.”
Geëngageerd zijn en je laten raken
Agnes Willems: “Sociaal ondernemen is vrijwillig iets doen voor iemand anders. Ik denk dat het anders of misschien minder puur wordt als je ervoor betaald bent. Je moet in ieder geval geëngageerd zijn en je laten raken. Ik ben lang geleden naar India en Congo getrokken en het contrast heeft me zo aangegrepen dat ik écht een drang voelde om ook effectief iets te doen! Zo startte ik een internaat, later een middelbare school – die trouwens mijn naam draagt – voor een 200-tal leerlingen, een naaiatelier voor moeders die een vak willen leren, een landbouwschool… het gaat van kwaad naar erger en het laat me niet meer los (lacht).”
2. Oh neen! Een tegenslag!
Hoe overwin je problemen en drempels?
Luister naar je klanten en naar je hart
Agnes Willems: “Natuurlijk lopen er dingen mis. Mensen die minder betrouwbaar blijken dan je dacht bijvoorbeeld. En dat is moeilijk en dan slaap ik slecht, maar ik moet verder hé. Praten, analyseren, uitleggen en verder doen. Een paar jaar geleden vertrok er een container met heel wat gerief naar het dorp met daarin onder andere 8 nette babybedjes waar ik heel trots op was. Een jaar later zag ik in het moederhuis dat de babybedjes gebruikt werden als opslagplek. Dat was een grove fout van mij. De mama’s leggen hun baby’s daar namelijk niet in bedjes. Het is zo belangrijk om te luisteren met een open geest naar je ‘klanten’ en naar je hart.”
Loop eens met je hoofd tegen de muur
Jan Decoene: “Wij zijn vooral actief in centraal-Afrika. Niet alleen de taal is verschillend, maar ook de cultuur. We hebben heel lang gedacht dat we op dezelfde manier kijken naar de toekomst, naar de economie of naar ethiek, maar dat is niet zo. Leerlingen of patiënten zijn daar bijvoorbeeld volledig deel van een gemeenschap terwijl wij hen hier echt als individuen benaderen. Het is ondenkbaar dat de familie van een patiënt in Afrika geen inzage krijgt in het patiëntendossier. Wij moeten in ons ondernemerschap dus constant aandacht hebben voor het feit dat zij anders naar de wereld kijken en dat dat niet slechter hoeft te zijn. Ja, wij lopen vaak met ons hoofd tegen de muur, maar we leren ook bijzonder veel.”
Treed buiten je comfort zone
Nele Pessemier: “Ondernemen is aan de slag gaan met ideeën. Het loopt niet altijd zoals het gepland was, maar dat is met alles zo in het leven. Bij het begin van de coronacrisis werkte ik nog zelfstandig als psychosociaal begeleider. Ineens waren er geen aanmeldingen meer. Ik begon te twijfelen aan mezelf: zal dit wel lukken? Ben ik wel goed genoeg? Een aantal collega’s hebben mij een spreekwoordelijke schop onder de kont gegeven. Op een bepaald moment heb ik de knop omgedraaid en ben ik zelf rechtstreeks huisartsen en andere potentiële doorverwijzers gaan benaderen. Dat voelde als ‘sales’ en lag mijlenver buiten mijn comfort zone. Bleek dat zij heel erg veel oor hadden naar mijn verhaal en sindsdien kan ik het amper bijhouden. Ik heb op dat moment echt moeten werken aan mezelf en aan mijn belemmerende factoren.”
3. Help! Ik mag niet ondernemen van mijn baas.
Hoe maak je van medewerkers ondernemers?
Focus niet alleen op de tafelspringers
Michel Beels: “We zijn vaak met te weinig mensen om het werk rond te krijgen en dan moeten we samen creatief zijn. Proberen is daarin cruciaal. Als leidinggevende moet je oog hebben voor het groepsgevoel en voor het samen aan iets bouwen. Heb niet alleen aandacht voor de tafelspringers, maar ook voor zij die zich meer op de achtergrond houden of minder zelfvertrouwen hebben om hun idee naar voor te brengen. Voor mij wordt het pas echt leerrijk als er een hechte vertrouwensband ontstond met de collega’s. Soms bots ik als leidinggevende namelijk zelf op grenzen en dan kan ik hulp vragen en vice versa. Het gevoel om samen te ondernemen met mensen van verschillende nationaliteiten en met allerlei talen, geeft mij veel voldoening.”
Geef autonomie, tijd, mentale en financiële ruimte
Jan Decoene: “Mensen mogen niet het gevoel hebben dat ze vóór jou werken, maar wel dat ze samen met jou werken. Geef medewerkers autonomie, tijd, mentale en financiële ruimte om zelf mee aan de kar te trekken. Wederzijds vertrouwen is echt cruciaal. Het is een soort ingesteldheid. Ik kan me perfect voorstellen dat een schooldirecteur zich voorneemt om met x en y vandaag een goed gesprek te hebben over een project, maar ’s morgens toekomt en eerst een verstopte wc-pot of lekkende dakgoot op zijn of haar bord krijgt. Het is moeilijk om telkens opnieuw die klik te maken en echt tijd te nemen om te luisteren ondanks alle dringende, operationele vragen en besognes.”
Luister écht!
Nele Pessemier: “Leidinggevende kunnen het ondernemerschap stimuleren door écht te luisteren naar medewerkers, bewoners, patiënten, leerlingen. Kijk naar hun talenten en spreek hen daarop aan. Blok niet meteen af als iets niet realistisch klinkt. Ondersteun initiatiefrecht met woord, maar ook met daad en dan bedoel ik het niet per se financieel. Het is vooral belangrijk dat mensen ruimte krijgen om iets te proberen.
4. Jeetje, zijn wij wel goed bezig?
Hoe maken we van Broeders van Liefde een innovatieve, sociale onderneming?
Zoek je plek in de grondstroom en droom
Jan Decoene: “Toen ik als pastoraal medewerker begon was ik nog een snotneus. Broeder René Van Tichelt nam me de eerste week naar Gent om te luisteren naar een en ander over de missie en de visie. Op de terugweg zei hij mij doodleuk: ‘En jij bent diegene die dat zal trekken in onze voorziening’. Terug op mijn bureau gaf hij mij een boek met foto’s van alle medewerkers en zei: ‘Ik vind het toch belangrijk dat je die mensen allemaal probeert te kennen.’ Een voorziening met meer dan 600 medewerkers! Die eerste momenten zal ik nooit vergeten. Enerzijds wilde hij dat ik een warme verbinding zocht met alle collega’s zoals hij zelf elke dag probeerde en gaf hij mij via de missie mee wat mijn opdracht was, maar anderzijds kreeg ik alle ruimte en vertrouwen om me erin te smijten. Dat is mij altijd bijgebleven en vind ik ook typisch voor Broeders van Liefde: vertrek vanuit de missie, durf dromen en zoek samen met anderen je eigen plek in onze organisatie en in onze grondstroom. Proberen moet, falen mag.”
Overtuig partners en werk samen
Sara Rombouts: “Externe partners hebben vaak een verkeerd beeld van onze sector. Ik moet reguliere bedrijven en de vdab’s van deze wereld echt overtuigen dat er meer dan 1 iemand is onder onze mensen die een rijbewijs C zou kunnen halen. Hier is best wat potentieel. Mits wat begeleiding kunnen mensen écht wel doorstromen, dromen realiseren en nieuwe stappen blijven zetten.”
Deel expertise en bundel de krachten
Michel Beels: “Ondernemerschap is alle neuzen in dezelfde richting krijgen om samen een doel te bereiken. Volgens mij is er op groepsniveau nog wel marge voor verbetering. Ik denk dan vooral aan uitwisseling over voorzieningen en scholen heen om de krachten te bundelen, bv. op vlak van informatica of samenaankoop, maar ook om expertise te delen. Ik denk dat dat op beleidsniveau wel gebeurt, maar op de werkvloer merk ik daar op dit moment niet zo heel veel van.”
Blijf het verhaal vertellen
Agnes Willems: “Toen ik 32 jaar geleden startte moest ik 5 jaar lang op een zaterdag naar verschillend plekken trekken om ‘het verhaal’ van de Broeders van Liefde te leren kennen. Jonge leerkrachten vandaag kennen dat niet meer terwijl dat net inspirerend is, vonkjes geeft, je deel laat uitmaken van een groter geheel en van een traditie van pioniers zoals de stichter P.J. Triest. Het maakt medewerkers trots en inspireert hen om vanuit die missie te ondernemen, te vernieuwen, engagement op te nemen.”
Sta open voor nieuwe kansen en innoveer
Nele Pessemier: “Broeders van Liefde is een robuuste organisatie met veel tradities en een lange geschiedenis, maar dat kan net een sterkte zijn. Wat hebben we al bereikt en hoe kunnen we op die sterktes verder surfen? Ik heb in een organisatie gewerkt die al bestond sinds 1824. Dat zorgde voor veel vertrouwen bij de klanten en de partners, maar tegelijk stonden de medewerkers open voor nieuwe kansen waardoor het bedrijf echt een innovatief en vernieuwend imago had. Ik geloof heel sterk dat het uiteindelijk de mensen zijn die de organisatie maken.”
5. Ik? Een ondernemer?
Welke eigenschappen heb je nodig om te slagen als (sociaal) ondernemer?
Vergeet de empathie niet
Nele Pessemier: “Om te slagen als ondernemer heb je enerzijds nood aan visie, zelfvertrouwen, focus en durf om de sprong te wagen en je idee te ontwikkelen. Anderzijds komt daar voor mij empathie bij. Luisteren met een open geest en niet alleen op jezelf gericht zijn, maakt je ondernemerschap rijker. Bruggen bouwen tussen mensen en tussen ideeën. En dan moet je natuurlijk ook met tegenslagen om kunnen. Wees creatief, vraag hulp en zet door!”
Besef dat je niets alleen doet
Michel Beels: “Ondernemen doe je nooit alleen. Het is vooral samenwerken. Ik werk hier echt in een microkosmos van mensen. Ik sta er altijd versteld van dat al die mensen met verschillende nationaliteiten en talen hier bijeen komen en dat we vaststellen dat het toch werkt, dat we daar echt iets mee kunnen doen. We horen heel veel spreken over racisme, oorlogen en profiteurs, maar ik zie hier ’s avonds mensen vermoeid vertrekken. Mensen die veel werk verzet hebben en samengewerkt hebben.”
Blijf doordrongen van je missie
Agnes Willems: “Je moet een missie hebben, iets waar je in gelooft ondanks alles. Ik hoor langs alle kanten zeggen dat mijn engagement maar een druppel is op een hete plaat, maar ik heb eens ergens gelezen dat als er veel druppels dansen op een hete plaat, de dans het dan wel zal winnen van de onverschilligheid.”
BIO
(Van links naar rechts: Sara Rombouts, Nele Pessemier, Jan Decoene, Anges Willems, Michel Beels)
Sara Rombouts:
- Werkt als stafmedewerker logistiek bij kringwinkel De Cirkel in Brecht en projectleider van een project met als doel mensen de kans te geven een rijbewijs C te halen
- Voorheen aan de slag als coach logistiek bij een antiquair en bij een dienstenchequekantoor
- “Sta met je twee voeten in de economische realiteit, maar stel de mens centraal”
Nele Pessemier:
- Werkt sinds 2021 als administratief medewerker in OC Huize Terloo
- Werkte voorheen in verschillende bedrijven, in de verzekeringssector en als zelfstandige.
- “Luisteren met een open geest en niet alleen op jezelf gericht zijn, maakt je ondernemerschap rijker”
Jan Decoene:
- Werkt als coördinator van Fracarita Belgium
- 25 jaar in dienst bij Broeders van Liefde
- Begonnen in O.C. Sint-Ferdinand als pastoraal medewerker
- “Geef medewerkers autonomie, tijd, mentale en financiële ruimte om zelf mee aan de kar te trekken. Wederzijds vertrouwen is echt cruciaal”
Agnes Willems:
- Werkt als administratief medewerker in scholengroep Sint-Michiel in Leopoldsburg en stond voorheen jarenlang voor de klas
- 32 jaar in dienst bij Broeders van Liefde.
- Getrouwd en mama van 2 zonen.
- “Je moet een missie hebben, iets waar je in gelooft ondanks alles”
Michel Beels:
- Werkt als coach dispatching en logistiek bij kringwinkel De Cirkel in Brecht
- Voorheen aan de slag als project- en werfleider in de bouwsector in een bedrijf actief in hernieuwbare energie
- “Ondernemerschap is alle neuzen in dezelfde richting krijgen om samen een doel te bereiken”